Beantwoording vragen interpellatie IceBear tijdens raadsvergadering 20 juni 2023

Geachte leden van de raad, 

Veel is gezegd over het bedrijf IceBear. Tijdens overleggen met de klachtencommissie, tijdens informatieavonden, hier in deze raadzaal, binnen de collegevergaderingen, in de media. En dat is logisch. Want omwonenden ervaren overlast. En dat is hinderlijk. Dat is vervelend. En het vergalt je woonplezier. Daar is geen woord Spaans bij. Als college zeggen we dan ook: die overlast móet minder. Hoe sneller hoe liever. Binnen de mogelijkheden die we daar als gemeente voor hebben. En dat is waar we nu staan. We kunnen én gaan handhavend optreden. 

In de afgelopen periode zijn veel vragen gesteld. En ook dát is logisch. Want IceBear is een complex dossier. Als je overlast ervaart, wil je maar één ding: dat het stopt. Dat het ophoudt. Meteen. Ook het college wil dat. Maar we hebben te maken met regelgeving. Met spelregels. In Nederland sluiten we niet zomaar een bedrijf. Een overtreding moet worden aangetoond. En vervolgens krijg je de mogelijkheid om een overtreding ongedaan te maken. Zo werken we in Nederland. Van de overheid – en dus ook van ons als gemeente – mag je verwachten dat we daarin zorgvuldig zijn. Handhavend optreden kan alleen als uit representatieve metingen blijkt dat normen worden overschreden. En dan maakt het niet uit of er sprake is van een vergunning of van een melding. De normen blijven gelijk. 

Die normen zijn overschreden. De nieuwe metingen hebben dat aangetoond. Ik pik de belangrijkste eruit: formaldehyde. Gezondheid. U weet: als het om gezondheid gaat nemen we geen enkel risico. Uit de onderzoeken is gebleken dat er géén formaldehyde in de omgeving neerkomt. Ook niet in de directe omgeving. De zorg die er daarvoor was, kunnen we wegnemen. De GGD bevestigt dat ook in haar adviezen. De uitstoot die aan de pijp is gemeten, is wel boven de norm. En dus gaan we daarop handhaven. Net zoals we dat op andere onderdelen gaan doen: stof, geur en geluid. 

Ter voorbereiding op deze interpellatie zijn een aantal vragen gesteld. Die vragen zal ik nu een voor een beantwoorden. 

De eerste vraag die is gesteld luidt:  

Hoe is het mogelijk dat na zoveel ingediende klachten de wethouder nu pas de koppeling ziet tussen de metingen en die klachten? Bedoelt u nou dat u een jaar lang de klachten niet serieus heeft genomen?

Nee, dat is een onjuiste conclusie. Want klachten nemen we áltijd serieus. Ik neem u mee in wat we gedaan hebben vanaf het moment dat er klachten kwamen, in de loop van 2022. Op basis van die klachten is de Omgevingsdienst begonnen met een onderzoek. In mei en juni van dat jaar zijn er metingen bij IceBear uitgevoerd om te kijken of normen werden overschreden. In juli 2022 hebben we een informatieavond georganiseerd. Omwonenden konden daar hun verhaal doen. En wij hebben uitgelegd welke acties er naar aanleiding van de klachten werden ondernomen. 
De resultaten van de metingen van toen gaven onvoldoende houvast voor een juridische procedure. Dat was een tegenvaller. De resultaten vormden wél de basis om met IceBear in gesprek te gaan over maatregelen om de overlast te verminderen. Tegelijkertijd hebben we als college besloten om zo snel mogelijk nieuwe en uitgebreide metingen te laten doen. Die resultaten liggen er nu. En op basis van die resultaten hebben we besluiten genomen en zetten we stappen: we gaan handhavend optreden om overlast te verminderen. 

De tweede vraag is:  

De wethouder is voor zover wij begrepen nu van mening dat de laatste metingen accuraat zijn om te gaan handhaven, terwijl wij allemaal weten dat een meting van 6 uur op 1 en dezelfde plek bij een fabriek die precies op dat moment weer ‘incidenten’ ervoer op het bedrijf en niet op volle sterkte produceerde, niet echt accuraat te noemen is. Feitelijk betekent dit dat als er wel accuraat gemeten wordt, de overschrijdingen nog vele malen erger zijn. Dan is het leuk om te horen dat de wethouder nu elk kwartaal gaat meten, maar dat is mosterd na de maaltijd en goed voor nog meer mensen met nog meer klachten. Bent u dit met ons eens en bent u het ook met ons eens dat er op deze manier nou niet echt serieus met de gezondheid van omwonenden wordt omgegaan?

Vooropgesteld: als het om gezondheid gaat nemen we geen enkel risico. De metingen zoals die zijn uitgevoerd, kunnen door een handvol bedrijven worden gedaan. Het is echt specialistenwerk. Deze specialisten hebben een uitvoerig onderzoek gedaan en geconstateerd dat de metingen onder representatieve omstandigheden zijn uitgevoerd. Voor de duidelijkheid: was de conclusie van de specialisten dat de metingen niet representatief waren, dan had het college nu níet handhavend kunnen optreden. 
Wat we nodig hebben zijn feiten. Op basis van speculaties mogen en kunnen we niet handelen. Er liggen accurate meetresultaten. Die zijn de basis voor ons handhavend optreden. De uitkomsten van deze nieuwe metingen zijn essentieel voor de handhavingsprocedure om overlast te verminderen. 

De derde vraag die is gesteld: 

Nou nu blijkt dat er vanaf het begin de vergunning er hadden moeten zijn had de wethouder beter zijn huiswerk moeten doen en gelijk de zaak had moeten laten toetsen door de huisadvocaat. Wat is uw reflectie hierop?

De vergunningplicht is een onderwerp dat ons al langer bezighoudt. Het is een complexe materie. Complex omdat er nog geen jurisprudentie ligt. En dat maakt dat juristen tot verschillende conclusies kunnen komen. In de afgelopen tijd hebben verschillende organisaties naar de vergunningsvraag gekeken: provincie, Omgevingsdienst, eigen juristen en adviesbureaus, waaronder ook onze huisadvocaat. Op ons verzoek heeft onze huisadvocaat het gehele productieproces van IceBear onder de loep genomen. En uit die brede beoordeling concludeert onze huisadvocaat in een tweede advies dat het bedrijf wel vergunningplichtig is. Op twee onderdelen. Eén onderdeel vervalt op het moment dat de nieuwe Omgevingswet op 1 januari 2024 in werking treedt, maar toch: vergunningplichtig. 

De laatste vraag die is gesteld is: 

U weet, net zoals de werkgroep dit al vaker heeft aangegeven, dat er economische en/of milieudelicten worden gepleegd. Waarom doet, het bevoegd gezag of een afgevaardigde, dus bijvoorbeeld één van de wethouders of andere medewerker binnen de gemeente geen aangifte van een strafbaar feit?

Het is niet aan de gemeente om te constateren of sprake is van een economisch of milieudelict. Een onderzoek naar strafrechtelijke overtredingen is voorbehouden aan het openbaar ministerie. Het college is daarvoor niet het bevoegd gezag. Het college is wél het bevoegd gezag als het gaat om bestuursrechtelijke handhaving. En dát traject is door het college opgestart.